zaterdag 31 maart 2007

Raleighvallen: Maandag 26 tot en met donderdag 29 maart

Zondagavond besluiten Suzanne en ik na het bestuderen van een aantal folders van touroperators dat wij maandag toch nog maar eventjes gaan kijken welke mogelijkheden er nog zijn voor een tripje naar het binnenland. Zelf hebben we de Raleighvallen op het oog. We hebben wel geteld nog 1 week voordat de stage begint, dus die moet goed besteed worden. Helemaal omdat afgelopen weekend onze plannen niet door konden gaan door de regenbuien. Wat in elk geval op de planning staat is een bezoek aan de Brownsberg.

Maandag: Zoals we al vaker hebben meegemaakt, is een planning in Suriname letterlijk een planning, uitvoeren is een tweede. De excursie naar Brownsberg gaat dus niet door, i.v.m. te weinig deelnemers. Suzanne en ik besluiten om nogmaals langs Bodeco tours te gaan, een touroperator waar we al eerder die ochtend langs waren geweest om informatie in te winnen voor een trip naar de Raleighvallen. Bij Bodeco kunnen we kiezen om gelijk dezelfde dag (maandag) te vertrekken of op donderdag 29 maart met de kans dat het niet doorgaat als er niet genoeg deelnemers zijn. Wij gaan dus voor het eerste, met als gevolg dat we direct onze tassen moesten gaan pakken om een uur later in het vliegtuig te stappen naar Fungu-eiland.

Naar het Fungu-eiland is het een klein uurtje vliegen vanaf vliegveld Zorg en Hoop (Paramaribo). Tijdens de vlucht hadden we een prachtig uitzicht over de jungle van Suriname. Zo ver je kunt kijken, zie je alleen maar bomen, bomen en nog eens bomen en natuurlijk de Surinamerivier.

De Raleighvallen/ Voltzberg natuurreservaat
Fungu-eiland ligt in het Raleighvallen/ Voltzberg natuurreservaat, wat zich bevindt aan de Coppenamerivier ter hoogte van een reeks stroomversnellingen, de Raleighvallen. Het gebied is vernoemd naar de 17e eeuwse ontdekkingsreiziger Walter Raleigh en de Duitse geoloog Voltz. Binnen het ruim 78.000 ha grote natuurpark komen alle acht apensoorten van Suriname voor, vierhonderd verschillende vogelsoorten en vele andere dieren. Van die acht apensoorten heb ik zelf de monkimonki’s (doodskopapen) en de brulaap gezien en gehoord.

Dinsdag: Voltzberg
Om de Voltzberg (240 m) te beklimmen, moet eerst te voet een afstand van 7 kilometer afgelegd worden door het regenwoud. Het is een tocht die je als toerist niet in je eentje kunt maken, een gids is noodzakelijk voor het wegkappen van takken, het maken van bruggetjes en natuurlijk om de weg te wijzen. De lokale gids Bennito bracht ons tot boven aan de top, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over het tropische regenwoud. Het beklimmen van de Voltzberg is een ware proef voor je uithoudingsvermogen. De berg bestaat uit bultvormige granietrotsen, met amper begroeiing. De beklimming gaat dus in de volle zon en wanneer de rotsen nog nat zijn dan is het op sommige stukken behoorlijk glad.
Na genoten te hebben van het uitzicht vanaf de Voltzberg zijn we weer teruggelopen door het regenwoud. De laatste meters waren zwaar, vooral omdat het in het regenwoud zeer warm en vochtig is waardoor het zweet over je lijf gutst. Gelukkig konden we aan het eind van de tocht een verfrissende duik nemen bij een waterval.

Fungu-eiland
We overnachten dus op het Fungu-eiland. Op dit eilandje van 3 bij 5 kilometer staan een aantal logeergebouwen voor toeristen en er staan huisjes van de plaatselijke bevolking waarvan een deel bezig is met het bouwen van een groot restaurant. Wat ik persoonlijk best jammer vind, omdat het dan weer zo’n supertoeristisch oord gaat worden. ’s Avonds hebben Suzanne en ik samen met gids/kok Donovan heerlijk in een stroomversnelling van de Coppenamerivier gezeten, waar de rosten ervoor zorgden dat we op onze plek konden blijven zitten. Na het dobberen in de rivier besloten Suzanne en ik om buiten te gaan slapen op de rotsen langs de rivier, na een uitlokkende grap van Donovan, waarvan hij niet had verwacht dat we er ook echt op in zouden gaan. (hijzelf bleef overigens in zijn hangmat hangmateren – een nieuw werkwoord van de andere gids Sharif) Een hele leuke ervaring. Terwijl jij op je matras ligt te kijken naar de rand van het oerwoud, hoor je op achtergrond de brulapen brullen, enkele insecten komen voorbij en je ziet het langzaamaan steeds donkerder worden. Geweldig. Toch slaapt het wel raar, omdat je geen idee hebt, welke beesten allemaal langs kunnen komen. Maar Donovan verzekerde ons dat het niet gevaarlijk was dus daar vertrouwden we maar op. Uiteindelijk hebben we weinig geslapen, niet omdat het eng was maar omdat het uitzicht veels te mooi was.

Moederval
Deze tweede volledige dag bij de Raleighvallen hebben we een wandeltocht gemaakt naar de Moedervallen (veel kleine watervalletjes). Een tocht aan de andere kant van de Coppenamerivier dan wanneer je naar de Voltzberg loopt. Eveneens weer door het regenwoud. Dit keer kregen we van de gidsen Sharif en Bennito uitleg over de vegetatie. Er was dus meer tijd om echt bomen en dieren te bekijken. Zo hebben we de betadineboom (jodium), telefoonboom (een boom waar je mee kunt seinen als je verdwaald bent), en andere bomen waar ondermeer de korjaals van gemaakt worden, gezien. Qua dieren hebben we een boskip, slangen (waaronder de gevaarlijkste), een schildpad, een mooie blauwe vlinder, diverse vogels en insecten gezien en weer de brulapen gehoord.

’s Middags hebben we weer lekker in de stroomversnelling gezeten en zijn we onder begeleiding van Donovan met de stroomversnelling mee gedobberd. Wat niet zo gemakkelijk is als het nu waarschijnlijk klinkt.
De groep waarmee we deze vier dagen hebben opgetrokken was super gezellig. Ook leuk met de kleine Noah van 3 ½ , die voor zover mogelijk met alles meeging.

Verjaardag
Mijn 21e verjaardag begon goed. De gidsen Donovan, Sharif en Bennito begonnen om 0.00 uur met het zingen van Surinaamse verjaardagsliedjes, echt super! Van Donovan kreeg ik nog een bos bloemen en later nog een taart. Een speciale 21e verjaardag dus.

Op mijn verjaardag zelf hebben we de terugreis gemaakt naar Paramaribo. Dit ging eerst vanaf Fungu-eiland per korjaal naar Witagron. Door de snellere stroom en het hogere water duurde het nu maar 2 uur in plaats van de gewoonlijke 3 uur. In Witagron hebben we drie uur gewacht voordat de auto’s kwamen waarmee we ongeveer 5,5 uur door de jungle zouden crossen, dwars door modderpoelen en andere gaten. Het was hobbelig, maar wel lachen met Donovan en bijrijder Brian.

Na dit bezoek aan het binnenland, heb ik de smaak goed te pakken. Ik begin het haast jammer te vinden dat ik maandag al met mijn stage begin.

Vrijdag 30 maart
Suzanne en ik hebben nog even een taartje gegeten voor mijn verjaardag én ik kreeg zoals het hoort ;-) een cadeautje: een cd met Surinaamse muziek. Dank je wel Suzanne!

donderdag 29 maart 2007

Donderdag 29 maart: Verjaardag!

Maaike is deze week plotseling vertrokken voor een vierdaagse reis door de Surinaamse binnenlanden. Het leek er even op dat dit niet meer door zou gaan omdat de stage al snel begint en een langere periode wegblijven uit Paramaribo dan vrijwel onmogelijk wordt. En toen belde ze om te vertellen dat ze direct vertrok naar de binnenlanden en de jungle in zou gaan... Ik hoop nu dus ook een beetje op een grote hoeveelheid foto's van de jungle en alles wat daar leeft. In ieder geval leek het me wel aardig om jullie hier aan haar verjaardag te herinneren zodat als ze terugkomt uit de rimboe en weer op haar site kijkt er een hele rij 'gefeliciteerd'-reacties staat onder deze post. De eerste (eigenlijk de tweede - Tijmen was me voor) is alvast hier: gefeliciteerd!!! En nu maar hopen dat er genoeg mensen zijn die dit blog dagelijks lezen...

zaterdag 24 maart 2007

Woensdag 21 en donderdag 22 maart: Nieuw-Nickerie

Helemaal in het westen van Suriname ligt Nieuw-Nickerie. De tweede grote stad van Suriname met 8000 inwoners, voor mij doet het vooral aan als een dorp. Nieuw-Nickerie ligt in het district Nickerie dat bekend staat om de rijstcultuur. Ook in Nieuw-Nickerie zijn de nodige rijstvelden en fabrieken te vinden, waarvan wij eentje van binnen hebben bekeken. (zie foto’s).
Om in Nieuw-Nickerie te komen, zijn we woensdagochtend om half zes opgestaan, zodat we om half acht de bus konden nemen. Het was een lange reis van in totaal vier uur over een geasfalteerde weg met grote gaten. Maar eveneens weer de moeite waard. Op de momenten dat ik niet in slaap was gesukkeld, genoot ik van het uitzicht van de jungle met daartussen opeens een huisje, of een klein weggetje. Zowel op de heen als terugreis hebben we een tussenstop gemaakt in Totness, het hoofdplaatsje van het district Coronie. Op het moment dat wij in Nw-Nickerie aankwamen, werden we gelijk belaagd door een groep taxichauffeurs. We hebben ondertussen wel geleerd dat als je maar doet dat je weet waar je heen moet dat je ze dan snel kunt afschudden. Ons hotel (Hotel Luxor) hadden we snel gevonden. Na onze tassen gedumpt te hebben op de hotelkamer zijn we op zoek gegaan naar de Longmay steiger, na nog geen vijf minuten nadat ik een medewerker van een tehuis tegen geweld naar de weg had gevraagd, zaten we al bij een vriend van hem, Edgar James, in de auto op weg naar weer een vriend van Edgar James, die ons wel naar Bigi Pan, het vogelreservaat kon brengen.
De 22-jarige Benny (vriend van Edgar James) en de 20-jarige Erwin waren voor die middag onze gidsen door Bigi Pan. Normaal gesproken zou je hier meer dan 112 soorten verschillende vogels moeten kunnen zien, waaronder de rode ibis. Maar wij zagen vooral witte flamingo’s, een enkele roofvogel en een ekster. Wat overigens een prachtig gezicht is vanuit je bootje. (zie foto’s)

Gedurende ons tripje kwamen Benny en Erwin steeds meer los. In het begin waren ze vrij gereserveerd, maar later gingen de praatjes gelukkig verder dan de standaard vragen als ‘hoe vind je Suriname?’, ‘wat is je geloof?’, en ‘wat is jullie visie op Nederland/Suriname?’.

Tijdens onze boottocht mocht ik ook nog even varen! Echt super!

Dag 2 in Nw-Nickerie
Deze tweede dag wilden we graag naar de Zeedijk en naar de hindoestaanse tempel. De Zeedijk is op zich niet zo heel bijzonder om te zien, gewoon een dijk als in Nederland, alleen zie je dit keer in de verte Guyana liggen. De hindoestaanse tempel heeft daarentegen wel heel veel indruk op mij gemaakt. Op het moment dat wij daar waren, was er net een offering bezig die in het teken stond van de vrouwendag (binnen de hindoestaanse cultuur). Na even gevraagd te hebben, mochten ook wij de tempel betreden nadat wij beloofd hadden deze dag geen vis en/of vlees te eten en nadat wij onze voeten in heilig water hadden gewassen (in de zee). (zie foto’s)

Na het bezoek aan de tempel liet onze taxi-chauffeur ons nog de plek zien waar een hindoestaanse crematie wordt gehouden. Dit wordt gewoon in de openlucht gedaan, de as wordt vervolgens over zee uitgestrooid en liet hij ons zien waar de smokkelroute is naar Guyana.

Onze taxichauffeur is trouwens een verhaal apart. Terwijl wij in de taxi zaten, werd hij op een gegeven moment gebeld door iemand van die smokkelroute, of hij geld kon wisselen. Dus vol gas reden we weer terug naar de smokkelroute. Terwijl wij gewoon in de auto zaten, werden duizenden srd’s en honderden USdollars te voorschijn gehaald en kon het wisselen beginnen. Een vreemde ervaring…

Eenmaal terug in het centrum van de stad hebben we de bus weer terug genomen (13,10 srd) naar Paramaribo en daarna nog even langs te gaan bij de familie Koelfat.

Dinsdag 20 maart: Groningen


Veel plaatsnamen in Suriname zijn hetzelfde als in Nederland. Zo heb je hier onder andere een Alkmaar, Domburg, Nieuw-Amsterdam, Wageningen en Groningen. Groningen is een klein plaatsje op ongeveer 43 kilometer van Paramaribo. In 1845 vestigden vierhonderd Hollandse boeren uit Groningen en Gelderland zich hier. De boeren moesten zich toen toeleggen op de landbouw en veeteelt, doordat de afschaffing van de slavernij in zicht was en omdat er in de toekomst een voedseltekort werd gevreesd. De boeren werden echter door de gevestigde plantagehouders tegengewerkt. Daarbij kwam dat een groot aantal boeren geveld werd door tropische ziekten. In 1853 werd het experiment gestaakt. Een deel van de boeren is teruggekeerd een ander deel kreeg elders landbouwgrond.

De Groningers van tegenwoordig herdenken graag. Dit is te zien aan de vele monumenten die op het dorpsplein te vinden zijn. Onder meer een kegelvormig monument ter herdenking aan 100 jaar Javaanse immigratie in het dorp Groningen, ook aan de Hindostaanse immigratie, het lijden en volharding der Nederlandse boeren, de Surinaamse onafhankelijkheid en de revolutie van 1980.

Naast de monumenten stelt Groningen niet zo heel veel voor. Toch is het ook interessant om ook deze plaatsjes aan te doen omdat je op deze manier een goed beeld krijgt van het Suriname buiten Paramaribo. Zo zijn de busreizen zelf al heel bijzonder, en dat voor nog geen euro. Helaas heb je soms ook een iets minder ervaren chauffeur. Deze buschauffeur vond het namelijk nodig om nog eventjes snel iemand in te halen, terwijl er al een tegenligger aankwam, hij hoopte dat de andere auto wel vaart zou minderen, maar helaas de vrouwelijke bestuurster gaf alleen maar meer gas. Met als gevolg dat de chauffeur de auto van de vrouw aan de kant drukt als blijkt dat de tegenligger toch wel erg dichtbij komt… Gelukkig bleef het alleen bij blikschade… en hoewel het voor niemand leuk was, vond ik het reuze interessant om te zien hoe lang het zou duren voordat de politie zou komen en hoe een zaak hier afgehandeld wordt. In principe gaat het allemaal hetzelfde als in Nederland alleen moet je hier ongeveer een uur langer wachten voordat de politie er is…

dinsdag 20 maart 2007

Maandag 19 maart

Suzanne en ik beginnen er al aardig aan te wennen dat hier de dingen niet gaan, zoals je ze zelf op de planning hebt staan. Vandaag weer zo’n dag. Wij wilden graag naar Groningen, een plaatsje op ongeveer veertig kilometer afstand van Paramaribo, een klein half uurtje met de bus, zoals wij hadden gehoord. De bus moesten wij nemen vanaf de Waaldijkstraat - deze was gelukkig snel gevonden. Nadat we het goede busje hadden weten te vinden, bleek dat de volgende bus pas om 12.00 uur zou gaan. Het was op dat moment iets voor elfen, dat zou betekenen een uurtje wachten. Op zich is dat niet zo heel erg, maar het was de moeite niet meer om naar Groningen te gaan omdat het laatste busje om half 2 weer terug gaat. En in een half uur (het is een uurtje rijden) kun je niet echt veel zien. Morgen gaan we een nieuwe poging wagen.
‘Dan gaan we de kathedraal bekijken’ zei Suzanne. Wij vol goede moed daar naar toe, maar ook dit ging niet door. De kathedraal wordt de komende twee jaar gerestaureerd, dus een bezichtiging van binnen zit er niet in.
‘Fort Zeelandia is ook wel leuk om te bekijken’, zeg ik eveneens vol goede moed. Maar helaas Fort Zeelandia is op maandag gesloten. Dan maar een rondje door de stad en kijken wat voor winkels er zoal te vinden zijn. We hebben onder andere een hele mooie souvenirwinkel ontdekt, met veel voorwerpen uit de Indianendorpen en dingen vanuit de dorpen uit het binnenland.

Wil je met mij trouwen?

Als blanke vrouw blijf je in Suriname niet onopgemerkt. Het meeste wat je te horen krijgt is ‘pssst’, afgewisseld met originelere uitspraken als ‘Wat zie jij er vandaag adembenemend uit’, ‘Wat heb jij mooie ogen’ of ‘Mag ik mee wandelen’. Wat ons opvalt, is dat de liefde van de mannen hier snel gaat. Iemand die je net ontmoet hebt, bombardeert ons gelijk tot zijn twee vriendinnen uit Nederland en anderen verklaren ons op straat al de liefde door uitspraken als ‘Ik hou van jou’. Gisteren ging het wel heel snel. Carlos een vriend van de familie Koelfat, vroeg of ik met hem wilde trouwen. Daar hoefde ik natuurlijk niet over na te denken…*

Hoe het verhaal in elkaar zit…
Carlos heeft drie goede redenen om met een blanke te trouwen, helaas was ik op dat moment net het slachtoffer waardoor het aanzoek naar mij ging, voor hetzelfde geldt was het Suzanne geweest ;-)
1) Wij zijn sportiever aangelegd, dus een auto is niet nodig, scheelt een hoop geld
2) Wij stinken niet uit onze mond, wat Surinaamse vrouwen kennelijk altijd doen (?)
3) Hij hoeft dan geen rouge te kopen, een klein klapje op de wang is voldoende…
4) Tot slot, wij hebben natuurlijk een euroteken op ons hoofd…

* O ja, mijn antwoord is Nha (nee, in het hindoestaans). Carlos is een Hindoestaanse man die alleen “De taal van de euro’s” (Nederlands) spreekt als hij drank op heeft. Maar dat maakt het ook wel weer leuk, want hij zorgt dan voor het nodige vertier.

Zondag 18 maart


De vrouwelijke helft van de familie Koelfat is de hele ochtend in de weer geweest met het bereiden van een maaltijd voor deze bijzondere dag. Opvallend: de dode kip werd in stukken gehakt, de poten gaan ook in de pan. Echt GROTE pannen. Gekookt wordt er niet alleen op het gasfornuis maar ook op vuur. We hebben weer eens heel veel gegeten. We zijn letterlijk volgepropt. Pff.

Zaterdag 17 maart



Dit weekend staat in het teken van een bezoek aan de familie Koelfat. Zondag zijn opa en oma 40 jaar getrouwd en dat wordt ook zondags gevierd waar wij voor zijn uitgenodigd. Kleindochter Amrita vroeg ons de vorige keer al of wij bleven slapen, dus dit leek ons het ideale moment voor een logeerpartijtje. Op de planning voor de zaterdag stond een bezoek aan de Colakreek. Hier zijn we helaas niet geweest, omdat volgens de familie Koelfat de kreek gesloten was (?). Wat we wel gedaan hebben, is een bezoek brengen aan Lelydorp, een klein plaatsje met vooral eethuisjes, waar Amrita ons weer eens probeerde vol te stoppen met eten. Na Lelydorp zijn we langs een vriendin van Amrita gegaan en hebben daar even wat gedronken, daarna terug naar de Verlengde Mijnzorgweg nr. 19. Tot onze grote ‘verbazing/schrik’ was de hond zo ontdeugend om er met de sandaal van Suzanne vandoor te gaan. Een lange zoektocht volgde, waarna ik het uiteindelijk terugvond in een rioolbuis (sloot, schoon). Nog gewandeld (2x 3km). Daarna gewacht totdat de desbetreffende vriendin zou bellen, om uit te gaan, niet gebeurd, dus op een gegeven moment gaan slapen.

’s Ochtends op de centrale markt een badlaken (15 srd) voor Suzanne gekocht, en 2 kleine handdoekjes (2x 1 srd) voor onze voeten. De bus richting Lelydorp kost 2,50 srd voor ons beiden. Een stuk goedkoper dan de taxi (20 srd).

Vrijdag 16 maart 2007

We vonden het nodig tijd worden voor een schoonmaakronde door ons huisje. Daarom hebben we eerst in de supermarkt de nodige schoonmaakspulletjes gekocht. Na onze sopronde hebben we lekker in de hangmat gehangen. ’s Middags nog een tijdje met onze huisgenote Jolien van boven zitten kletsen. Zij blijft in totaal een jaar in Paramaribo en loopt stage in een aids-tehuis. Het is nu ook definitief rond dat wij in dit appartementje kunnen blijven.

De andere huisgenoten (wonen boven ons) zijn Lisanne en Maartje: lopen stage in het ziekenhuis, Christiaan: leraar, sinds 11 maart weer weg, omdat er een nieuwe meisje komt (zondag 18 maart gekomen) en Belg Joris, hij loopt stage bij een radiozender.

donderdag 15 maart 2007

De Ware Tijd


Vandaag zijn we langsgeweest bij De Ware Tijd om ons voor te stellen. Wat we tot nu toe weten, is dat we of op de binnenland en anders op de cultuurredactie komen te werken J. De werktijden zijn ongeveer van 9.00 tot 16.00 en ’s middags van 14.00 tot 21.00 uur. En af en toe avond- en weekenddiensten. Wat het uiteindelijk wordt, weten we vanaf 2 april! Op de krant hebben ze trouwens AIRCO!!!

Fietstocht door het Commewijne district

Het is trouwens niet zo dat we nu alleen nog maar in de hangmat hangen hoor. De afgelopen twee dagen zijn we zeer actief geweest door een fietstocht te maken door het Commewijne district. Dit ligt aan de andere kant van de Suriname-rivier (dus tegenover Paramaribo). Met een bootje hebben we eerst de overtocht gemaakt naar Meerzorg en vandaar uit was het 20 kilometer fietsen naar Fort Nieuw-Amsterdam.

Fietspaden kennen ze hier trouwens niet, sporadisch verschijnt er een keer een bordje met fietspad, maar daar blijft het ook bij. Uitgezette fietsroutes zijn er even min. Dus het is vooral zelf maar uitzoeken hoe je er komt. De wegen die wij afgelegd hebben, varieerden van hobbelige verharde wegen tot zandpaden. Maar uiteindelijk was het goed te doen, ondanks de brandende zon in onze nek. Bij Nieuw-Amsterdam hebben we het museumpje bekeken, waarnaar we zijn doorgefietst naar Marienburg. Deze plaats beschikte vroeger over een suikerrietfabriek, die nu niet meer in functie is. Op de plek van de fabriek, die helemaal vergaan is, hebben wij een rondleiding gekregen. Erg interessant, maar toch vreemd om te zien dat het niet op een betere manier onderhouden is, danwel is opgeruimd. Naar Marienburg hebben wij de overtocht gemaakt naar Frederiksdorp, eveneens een oude plantage. De bedoeling was om hier te overnachten, maar het bleek toch niet de plek te zijn, dat wij dachten dat het was, dus zijn we door gefietst naar Kronenburg om daar per bootje naar Alkmaar te gaan. Hier hebben we uiteindelijk overnacht bij een kindertehuis. Dit tehuis verhuurt kamers, naar ons idee zouden ze hier veel meer geld mee kunnen verdienen door ook reclame te maken, maar goed.
Na de overnachting in Alkmaar zijn we teruggekeerd via Tamanredjo naar Meerzorg en uiteindelijk Paramaribo.
Tijdens onze fietstocht zijn we veel armoede tegenkomen. Het is onvoorstelbaar dat mensen zo wonen, in een klein houten huisje. Het is overigens niet alleen armoede. Tussen al deze huisjes staan villa’s – een vreemde combinatie. De omgeving was trouwens super mooi. Bijzondere bloemen, heel veel palmbomen, en andere exotische planten en natuurlijke de nodige dieren. De vreemdste, maar wel mooie vogels. En veel hagedissen.

Hangmat gekocht!!!


Afgelopen zaterdag liep ons shopdagje anders dan gepland (zat. Maart). Daarom zijn we maandag in de herkansing gegaan. Bij de Jeruzalem Bazaar hebben wij allebei een tweepersoons hangmat gekocht en later hebben wij ons allebei teenslippers cadeau gedaan. De hangmat ligt echt super! Het is heel ontspannend om een beetje heen en weer te zwaaien. Dit is onze nieuwe favoriete bezigheid op de momenten dat we bij ons huisje te vinden zijn!

Vandaag (donderdag 15 maart 2007) hebben we kunnen regelen dat we toch langer kunnen blijven in ons appartementje en dus niet hoeven te verhuizen naar de andere buurt J Alle brieven en kaartjes die jullie mij willen sturen, kunnen vanaf nu verzonden worden naar: Aukalaan 2, Paramaribo, Suriname (aan postcodes doen ze hier niet).

maandag 12 maart 2007

De eerste week

Zit je eindelijk weer een keertje in een internetcafe kom je erachter dat het hele verhaal dat je al eerder op de laptop getypt had, niet compleet op je usb staat... daarom nu in het kort even wat ik zoal gedaan heb.

Suzanne en ik beschikken nu over fietsen. Vanmiddag gaan we onze tijdelijke fietsen omruilen voor anderen die we de rest van de stage gaan gebruiken. Morgen gaan we onze fietsen meteen goed uitproberen door een fietstocht te maken door het Crommewijne district. Dit is langs allemaal plantages.

Gisteren zijn we naar de familie Koelfat geweest - kennissen van Suzanne. Dit is een hindoestaanse familie die ons zeer gastvrij heeft ontvangen. Zo hebben we ondermeer een rondleiding gekregen over hun boerderijtje en werden we helemaal volgestopt met eten en drinken. Heerlijke roti gegeten en ik heb voor het eerst een kokosnoot gegeten en gedronken! Best nog wel lekker. Wat ik vooral heel speciaal vind, is dat we gisteren door mensen die op bezoek waren bij de familie, werden uitgenodigd om naar hun bruiloft te komen. Dus 7 april hebben wij een hindoestaanse trouwerij. Nu maar hopen dat we dan niet moeten werken...

Het koken hier gaat ons steeds beter af. Het is wel moeilijk om een beetje lekkere combinaties te maken van de de producten die hier te vinden zijn. Het aanbod van winkels is allemaal hetzelfde doordat ze allemaal in handen zijn van Chinezen (die overigens geen Engels of Nederlands spreken). Maar zoals gezegd het gaat beter. Laatste hebben we al een keer kousenband met rode garnaaltjes en rijst gegeten en al een keer kippenvleugeltjes met groeten, rijst en zoetzuur saus. Is al een stuk beter als je bedenkt dat de eerste maaltijd bestond uit rijst met knakworst, en champignons...

Als het goed is zijn er weer een paar foto's bij!

donderdag 8 maart 2007

Foto's


Hopelijk lukt het om binnekort meer foto's te uploaden...

Dag 2 Wachten

De eerste echte dag in Suriname bestond vooral uit wachten. En wachten duurt lang. Met onze verhuurster hadden wij afgesproken dat zij langs zou komen om ’s ochtends een extra bed te brengen. Suzanne en ik hadden voor ons zelf afgesproken dat wij uiterlijk tot twaalf uur zouden gaan wachten. Het was toen een uur of 9 ’s ochtends. De verhuurster kwam ons tegen 11.00 uur vertellen dat het bed over een uur tot anderhalf uur gebracht zou worden. Het werd uiteindelijk half twee tot dat dan toch eindelijk ons bed kwam. Nadat het bed stond, konden we dan eindelijk richting het centrum van Paramaribo om fietsen te regelen.

Vanaf de wijk waar wij zitten is het nog een aardige tour om in het centrum te komen. Bijna nergens is bewegwijzering te vinden en ook bushaltes zijn amper aangegeven. In Suriname werkt het totaal anders. Je gaat aan de kant van een wat grotere weg net zo lang wachten totdat er een busje komt. Dan is het een kwestie van je hand opsteken en maar hopen dat ze stoppen en dat je mee kunt. In de busjes zelf zijn in het midden van het gangpad op klapbare stoeltjes dus als iemand die achterin zit eruit wil, moet iedereen die midden in zit eerst uit het busje voordat jij er uit kunt. Best grappig om zo te zien, maar het kost wel allemaal extra tijd. In het centrum aangekomen zijn we ondermeer langs de Waterkant gelopen, hebben we onze eerste blikken kunnen werpen op de Palmentuin, op de Drs. J.A. Wijdenbosch brug, Fort Zeelandia en op het onafhankelijkheidsplein. De fietsen hebben we nog niet, na bijna een uur bij Cardy (fietsenverhuur) gezeten te hebben, concludeerde de verhuurster dat het toch nog wel even zou duren voordat haar man zou komen en dat we morgen maar terug moeten komen. Dus straks gaan we opnieuw achter de fietsen aan.

Vlucht, eerste dag

Vliegveld Zanderij
Bomen, bomen en nog eens bomen dat is het eerste wat wij vanuit het vliegtuig te zien krijgen van Suriname. Niet veel later is de eerste bauxietweg met daaraan een paar kleine huisjes inzicht en kronkelt het eerste riviertje door het groene woud. Tussen al het groen verschijnt op een uur rijden (met de auto) vanaf Paramaribo vliegveld Johan Adolf Pengel, in de volksmond Zanderij genoemd. Een simpel vliegveld waar wel geteld één zichtbaar vliegtuig staat. Onze boeing 767-300ER, die de naam Prins Constantijn heeft meegekregen. De vliegreis van 9 uur en 15 minuten verliep zeer goed, af en toe een beetje turbulentie maar daar bleef het gelukkig ook bij. Het eten in het vliegtuig was prima. Het begon met een beker drinken gevolgd door onze eerste maaltijd – broodje kaas, cakeje, pakje drinken, toetje, zoutjes – en later nog een saucijzenbroodje, de nodige koffie- en theerondes en aan het eind onze warme maaltijd – pasta met weer een cakeje en drinken.

Bij aankomst op vliegveld Zanderij werden we eerst langs de douane geleid, haalden we onze tas en koffer van de enige bagageband en konden we nog verder de warmte in. 26 graden, voor Surinaamse begrippen een koude dag. Buiten het vliegveld stond het vol met Surinaamse mannen die ons wel even naar onze bestemming zouden brengen. Mannen die net zolang met je meelopen totdat echt duidelijk is dat jij toch echt al vervoer hebt.

Het busje van Le Baldew dat ons naar Paramaribo bracht, had airco. Lekker, maar bij vlagen toch echt te koel. De weg naar Paramaribo is geasfalteerd. Het is echter vreemd om te zien dat aan die weg totaal verschillende huizen staan. Het wisselt van een rieten hutje, naar krakkemikkige houten huisjes en voor de afwisseling een villa ertussen. En die zijn naar verhouding groot, heel groot. Wat verder heel opvallend is, is het enorme aanbod aan supermarktjes. Voor mijn gevoel is om de 300 meter wel een klein winkeltje te vinden. Het was trouwens nog wel eventjes zoeken naar ons appartementje. Het bleek niet aan de Via Bellalaan nr. 2 te zitten, maar aan de Aukalaan nr. 2. Ongeveer 100 meter verder. Bij aankomst werden we verwelkomt door andere studenten die boven ons wonen waarna vervolgens de verhuurster kwam om ons een kleine rondleiding te geven door de buurt. Het eerste geld is gepind, de eerste boodschappen gehaald, een plattegrond is gekocht en tot nu toe hebben we de warmte weten te doorstaan.

zaterdag 3 maart 2007

Uitzwaaifeestje II

Een bosje snoepjes, een van de vele snoeppakketten die ik heb gekregen. Deze is van eergisteren, maar ook gisteren tijdens mijn tweede uitzwaaifeestje voor de familie heb ik de nodige ´overlevingspakketten´ ontvangen. Waaronder een setje klompen met pindakaas, drop & Wilhelminapepermunt; een stapel tijdschriften; (zak)geld en twee poppetjes uit Guatemala die al mijn zorgen zullen wegnemen, een kleintje voor in mijn portemonnee en een grote voor onder mijn kussen. Zorgen hoef ik mij dus niet meer te maken en mocht ik ze toch krijgen dan zijn ze volgens de legende uit Guatemala de volgende morgen dus weer verdwenen :-)

vrijdag 2 maart 2007

Uitzwaaifeest


Gisteren was het zo ver, mijn eerste uitzwaaifeestje. Het was supergezellig en ik krijg sterk de indruk dat ze bang zijn dat ik ondervoed raak in Suriname, want ik heb hele kilo´s aan snoep meegekregen. Dat wordt de komende dagen flink door eten want het gaat nooit allemaal in mijn tas passen... Wat hoe dan ook mee gaat, is het boekje Maaike goes Suriname!!! dat ze voor mij in elkaar hebben gezet. Met lezen moet ik alleen nog wachten, dat mag pas als ik in het vliegtuig zit.
Vanavond komt mijn familie nog langs en dan is het echt aftellen.

De foto´s van gisteren en die ik allemaal nog ga maken, zijn in de rechterkolom te vinden. De link naar het webalbum is http://picasaweb.google.nl/maaike03/