Zondagavond besluiten Suzanne en ik na het bestuderen van een aantal folders van touroperators dat wij maandag toch nog maar eventjes gaan kijken welke mogelijkheden er nog zijn voor een tripje naar het binnenland. Zelf hebben we de Raleighvallen op het oog. We hebben wel geteld nog 1 week voordat de stage begint, dus die moet goed besteed worden. Helemaal omdat afgelopen weekend onze plannen niet door konden gaan door de regenbuien. Wat in elk geval op de planning staat is een bezoek aan de Brownsberg.
Maandag: Zoals we al vaker hebben meegemaakt, is een planning in Suriname letterlijk een planning, uitvoeren is een tweede. De excursie naar Brownsberg gaat dus niet door, i.v.m. te weinig deelnemers. Suzanne en ik besluiten om nogmaals langs Bodeco tours te gaan, een touroperator waar we al eerder die ochtend langs waren geweest om informatie in te winnen voor een trip naar de Raleighvallen. Bij Bodeco kunnen we kiezen om gelijk dezelfde dag (maandag) te vertrekken of op donderdag 29 maart met de kans dat het niet doorgaat als er niet genoeg deelnemers zijn. Wij gaan dus voor het eerste, met als gevolg dat we direct onze tassen moesten gaan pakken om een uur later in het vliegtuig te stappen naar Fungu-eiland.
Naar het Fungu-eiland is het een klein uurtje vliegen vanaf vliegveld Zorg en Hoop (Paramaribo). Tijdens de vlucht hadden we een prachtig uitzicht over de jungle van Suriname. Zo ver je kunt kijken, zie je alleen maar bomen, bomen en nog eens bomen en natuurlijk de Surinamerivier.
De Raleighvallen/ Voltzberg natuurreservaat
Fungu-eiland ligt in het Raleighvallen/ Voltzberg natuurreservaat, wat zich bevindt aan de Coppenamerivier ter hoogte van een reeks stroomversnellingen, de Raleighvallen. Het gebied is vernoemd naar de 17e eeuwse ontdekkingsreiziger Walter Raleigh en de Duitse geoloog Voltz. Binnen het ruim 78.000 ha grote natuurpark komen alle acht apensoorten van Suriname voor, vierhonderd verschillende vogelsoorten en vele andere dieren. Van die acht apensoorten heb ik zelf de monkimonki’s (doodskopapen) en de brulaap gezien en gehoord.
Dinsdag: Voltzberg
Om de Voltzberg (240 m) te beklimmen, moet eerst te voet een afstand van 7 kilometer afgelegd worden door het regenwoud. Het is een tocht die je als toerist niet in je eentje kunt maken, een gids is noodzakelijk voor het wegkappen van takken, het maken van bruggetjes en natuurlijk om de weg te wijzen. De lokale gids Bennito bracht ons tot boven aan de top, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over het tropische regenwoud. Het beklimmen van de Voltzberg is een ware proef voor je uithoudingsvermogen. De berg bestaat uit bultvormige granietrotsen, met amper begroeiing. De beklimming gaat dus in de volle zon en wanneer de rotsen nog nat zijn dan is het op sommige stukken behoorlijk glad.
Na genoten te hebben van het uitzicht vanaf de Voltzberg zijn we weer teruggelopen door het regenwoud. De laatste meters waren zwaar, vooral omdat het in het regenwoud zeer warm en vochtig is waardoor het zweet over je lijf gutst. Gelukkig konden we aan het eind van de tocht een verfrissende duik nemen bij een waterval.
Fungu-eiland
We overnachten dus op het Fungu-eiland. Op dit eilandje van 3 bij 5 kilometer staan een aantal logeergebouwen voor toeristen en er staan huisjes van de plaatselijke bevolking waarvan een deel bezig is met het bouwen van een groot restaurant. Wat ik persoonlijk best jammer vind, omdat het dan weer zo’n supertoeristisch oord gaat worden. ’s Avonds hebben Suzanne en ik samen met gids/kok Donovan heerlijk in een stroomversnelling van de Coppenamerivier gezeten, waar de rosten ervoor zorgden dat we op onze plek konden blijven zitten. Na het dobberen in de rivier besloten Suzanne en ik om buiten te gaan slapen op de rotsen langs de rivier, na een uitlokkende grap van Donovan, waarvan hij niet had verwacht dat we er ook echt op in zouden gaan. (hijzelf bleef overigens in zijn hangmat hangmateren – een nieuw werkwoord van de andere gids Sharif) Een hele leuke ervaring. Terwijl jij op je matras ligt te kijken naar de rand van het oerwoud, hoor je op achtergrond de brulapen brullen, enkele insecten komen voorbij en je ziet het langzaamaan steeds donkerder worden. Geweldig. Toch slaapt het wel raar, omdat je geen idee hebt, welke beesten allemaal langs kunnen komen. Maar Donovan verzekerde ons dat het niet gevaarlijk was dus daar vertrouwden we maar op. Uiteindelijk hebben we weinig geslapen, niet omdat het eng was maar omdat het uitzicht veels te mooi was.
Moederval
Deze tweede volledige dag bij de Raleighvallen hebben we een wandeltocht gemaakt naar de Moedervallen (veel kleine watervalletjes). Een tocht aan de andere kant van de Coppenamerivier dan wanneer je naar de Voltzberg loopt. Eveneens weer door het regenwoud. Dit keer kregen we van de gidsen Sharif en Bennito uitleg over de vegetatie. Er was dus meer tijd om echt bomen en dieren te bekijken. Zo hebben we de betadineboom (jodium), telefoonboom (een boom waar je mee kunt seinen als je verdwaald bent), en andere bomen waar ondermeer de korjaals van gemaakt worden, gezien. Qua dieren hebben we een boskip, slangen (waaronder de gevaarlijkste), een schildpad, een mooie blauwe vlinder, diverse vogels en insecten gezien en weer de brulapen gehoord.
’s Middags hebben we weer lekker in de stroomversnelling gezeten en zijn we onder begeleiding van Donovan met de stroomversnelling mee gedobberd. Wat niet zo gemakkelijk is als het nu waarschijnlijk klinkt.
De groep waarmee we deze vier dagen hebben opgetrokken was super gezellig. Ook leuk met de kleine Noah van 3 ½ , die voor zover mogelijk met alles meeging.
Verjaardag
Mijn 21e verjaardag begon goed. De gidsen Donovan, Sharif en Bennito begonnen om 0.00 uur met het zingen van Surinaamse verjaardagsliedjes, echt super! Van Donovan kreeg ik nog een bos bloemen en later nog een taart. Een speciale 21e verjaardag dus.
Op mijn verjaardag zelf hebben we de terugreis gemaakt naar Paramaribo. Dit ging eerst vanaf Fungu-eiland per korjaal naar Witagron. Door de snellere stroom en het hogere water duurde het nu maar 2 uur in plaats van de gewoonlijke 3 uur. In Witagron hebben we drie uur gewacht voordat de auto’s kwamen waarmee we ongeveer 5,5 uur door de jungle zouden crossen, dwars door modderpoelen en andere gaten. Het was hobbelig, maar wel lachen met Donovan en bijrijder Brian.
Na dit bezoek aan het binnenland, heb ik de smaak goed te pakken. Ik begin het haast jammer te vinden dat ik maandag al met mijn stage begin.
Vrijdag 30 maartSuzanne en ik hebben nog even een taartje gegeten voor mijn verjaardag én ik kreeg zoals het hoort ;-) een cadeautje: een cd met Surinaamse muziek. Dank je wel Suzanne!